Wie de afwas met het handje doet zal vroeg of laat de afwas een nachtje laten staan. Als je niet oplet wordt één nacht twee nachtjes en voor je het weet sta je vrijdag te schrobben op de borden van maandag. Wat mij betreft de ideale metafoor voor uitstelgedrag. 

Het lijkt onschuldig om de afwas te laten staan. Dikke tijdwinst en morgen is er weer een dag. Maar als ik er even goed over nadenk levert het mij helemaal geen tijdwinst. De volgende dag is de vaat aangekoekt en ben ik twee keer zo lang aan het schrobben om het zelfde bord schoon te krijgen. Weg tijdwinst en weg energie om nog wat anders te doen. Dat gebeurt ook met uitstelgedrag.

Uitstelgedrag is als een vies bord

Stel je moet een taak uitvoeren, en die taak stel je om verschillende reden steeds uit. Hoe goed de redenen daar ook voor zijn. Hoe langer je de taak voor je uitschuift hoe meer ballast er bij die zelfde taak komt te liggen. In je hoofd is steeds dat stemmetje dat zegt dat je die taak al lang had moeten doen, en hoe meer je er over nadenkt, hoe lastiger de taak wordt. Zo groeit een relatief kleine taak uit tot een enorme berg waar je tegenop ziet.

De kleine taak is inmiddels aangekoekt met, schaamte, de gedachte dat het al lang klaar had moeten zijn, het gevoel dat je het niet kunt en voor je het weet zie je er zo tegenop dat je er niet eens meer aan begint. Uiteindelijk ben je langer bezig met de aangekoekte resten dan met het oorspronkelijke bord….

Tja, de afwas is een mooie metafoor voor uitstelgedrag. Iemand nog een flinke dosis afwasmiddel?