Paulien Cornelisse schreef er eens een mooi stukje over: Valentijn. Dat hoort geen feest te zijn van stelletjes die elkaar al jaren liefhebben of van moeders die hun zoon een Valentijnskaart sturen — anders is het ook zo zielig — nee, valentijnsdag behoort toe aan de commercie of die ene lefgozer die daadwerkelijk zijn liefde voor iemand op papier heeft gezet.

Wel echt met pen en papier want het zweet moet uit de poriën gutsen, anders telt het niet. Een beetje typen dat kan iedereen en daar zit geen passie in. Dat is pas echt de ware Valentijn uithangen. Nu maar hopen dat ze de liefde voelt opstijgen uit de brief en er een positief gehoor aan geeft. Anders heb je al die moeite voor niets gedaan. Dan had je het net zo kunnen doen:

Mocht het wederzijds zijn dan spring je natuurlijk een gat in de lucht. Lekker met je kersverse verkering uit eten, er een romantisch avondje van maken en daarna het afscheid, of juist niet. Wat je ook doet. Doe het in ieder geval niet op deze manier:

Afijn, om heel eerlijk te zijn. Ik heb niets met Valentijnsdag. Ik vind het maar een geforceerd gedoe. Alsof je tot een bepaalde datum moet wachten om over te gaan tot een liefdesverklaring. Je hoeft — als je eenmaal verkering hebt — toch niet te wachten tot een bepaalde datum om je geliefde een cadeau te geven? Doe het wanneer je er zin in hebt. Een kaart met Valentijn is leuk, maar twee dagen na Valentijn een kaart krijgen is nog veel leuker en een stukken onverwachter.