Vorige week had ik een vergadering over de aanstaande wijkdienst. Nou ja, vergadering kan je het niet echt noemen, voor wij goed en wel begonnen waren wij al door de punten heen. De uitkomst is verrassend: ik ga preken. 

Ik kreeg het op mijn hart

“Ik wil de preek wel doen.” het was eruit voor ik er erg in had en het was zeker niet wat ik vooraf had bedacht. Ik kreeg het simpelweg — m het in christenjargon te zeggen: —  op mijn hart. Volgens mij was iedereen net zo verbaast als ik. Dat zit zo, het is veel logischer als André — onze voormalig jeugdwerker — de preek houdt. Hij is een podiumbeest met jaren ervaring en een veel grotere bijbelkennis dan ik.  Maar toch, ik voel dat ik het moet doen.

Dan slaat de twijfel toe

Een paar dagen na de betreffende vergadering sloeg mijn twijfel toe. Wie ben ik om voor mijn (wijk) gemeente te preken. Wat weet ik er nu eigenlijk van. Een aantal mensen in de zaal heeft een bijbelkennis om jaloers op te zijn, en wat kan ik die mensen vertellen. Maar het mooie is, die twijfel, daar zou het niet om moeten gaan. Het gaat er namelijk niet om wat ik te vertellen heb, het gaat niet om mij. Hoewel ik de gene zal zijn die spreekt, ben ik niet de gene om wie het gaat. En hoewel ik het niet kan verklaren, kreeg ik het gevoel dat ik dit moest doen. Daar zal dan vast een reden achter zitten.

Je hoeft niet de meeste kennis te hebben om andere iets te leren

Misschien kreeg ik het op mijn hart omdat het de weg is om andere te inspireren ook actief te worden, — we zoeken immers nog mensen voor verschillende taken — misschien moet ik het doen omdat dat een andere insteek geeft aan het onderwerp, of misschien is het een persoonlijke stap om struggles te overwinnen. Waarom ik het op mijn hart kreeg, ik weet het niet. Het is spannend, doodeng en ergens denk ik “waarom”, maar waarom ook eigenlijk niet.

Foto: NYC Wanderer via Flickr Attribution-ShareAlike 2.0 Generic (CC BY-SA 2.0)