Ook zo’n vol bureaublad na een middagje screenshots maken? Dit komt omdat MacOS standaard elke screenshot die je maakt opslaat op het bureaublad. Met een paar commando’s in de terminal is het veranderen van de standaard opslaglocatie een fluitje van een cent.

Wat is de terminal

De terminal is een niet-grafische interface waar je commando’s kunt invoeren. Door gebruik te maken van de terminal heb je de mogelijkheid om meer instellingen van je Mac aan te passen. Dit is handig, maar niet compleet zonder risico. Ga dus niet zomaar lukraak wat invoeren in de terminal.

Opslaglocatie schermafbeeldingen aanpassen

Voor het gemak ga ik er even vanuit dat wij onze schermafbeeldingen willen opslaan in een map “screenshots”. De map “screenshots” plaatsen wij in de standaard “documenten” map. Je kunt het beste de genoemde commando’s kopiëren (cmd⌘ + C) en plakken. (cmd⌘ + V). Dan weet je zeker dat je geen fouten maakt.

  1. Open de terminal
    Om de terminal te openen ga je naar Programma’s ▸ Hulpprogramma’s ▸ Terminal.
  2. Maak de map screenshots aan
    De map maak je eenvoudig aan door de onderstaande code in te voeren en vervolgens op enter te drukken.
    mkdir ~/Documents/Screenshots
  3. Verander de daadwerkelijke opslaglocatie
    Met het onderstaande commando veranderen we de daadwerkelijke opslaglocatie van de schermafbeelding. Vergeet niet op enter te drukken.
    defaults write com.apple.screencapture location ~/Documents/Screenshots
  4. Activeer de wijzigingen
    Om er zeker van te zijn dat onze wijziging succesvol is moeten we de huidige gebruikersinterface van MacOS stoppen. Dit kan met:
    killall SystemUIServer
    De gebruikersinterface van MacOS herstart automatisch.

That’s it. Je screenshots staan voortaan in de map “Screenshots” in documenten. Super makkelijk, en je houdt je bureaublad overzichtelijk en schoon.

De standaard locatie van een schermafbeelding herstellen

Bevalt het niet? Dan maak je met het onderstaande commando de wijziging ongedaan.

defaults write com.apple.screencapture location ~/Desktop

Vergeet niet op enter te drukken en daarna het commando uit stap 4 uit te voeren.