De afgelopen weken zijn een grote achtbaanrit geweest. Gewoon, omdat er heel veel gebeurde in een hele korte tijd. Ik heb mijzelf onder de loep genomen en mijzelf herontdekt.

Een nieuwe school betekent nieuwe kansen, nieuwe mensen en nieuwe vriendschappen, maar ook nieuwe mensen die oordelen op het eerste gezicht en mensen die denken te weten hoe het is om mij te zijn. Mensen die oordelen op basis van vier wielen en daar direct hun conclusie uit trekken.

Nu zullen veel mensen roepen dat dit wel meevalt, maar geloof mij dat doet het niet. “wat knap dat je toch uitgaat?”, “Is op de bank gaan zitten niet hartstikke zwaar?” en “wat knap dat je dit toch allemaal doet.” allemaal dingen die ik regelmatig hoor. Nu is het niet mijn bedoeling om het gevoel te creëren dat je deze vragen of opmerkingen niet mag maken, maar vraag jezelf eens af waarom je ze maakt. Hoezo zou ik niet uitgaan? Waarom zou op een bank gaan zitten zwaar voor mij zijn? Hoezo is het knap dat ik ondanks alles toch deze studie doe?

Wat bedoel je eigenlijk met ondanks alles? Ondanks dat ik wielen gebruik om vooruit te komen? Ondanks dat ik soms verga van de pijn of bedoel je misschien dat ik niet voldoe aan verwachtingen die jij hebt bij “de mens”?

Begrijp mij niet verkeerd, vragen stellen over mijn handicap is niet verboden, sterker nog ik moedig het aan. Het verbaast mij alleen dat er schijnbaar nogal veel mensen zijn die denken dat het hebben van een handicap een reden is om dingen niet te kunnen of te doen. Dat jij studeert wordt toch ook niet als bijzonder gezien?

Het valt voor mij niet altijd mee om opvallend te zijn. Veel mensen herkennen mij, maar slechts een paar weten hoe ik werkelijk ben. Soms voelt dat als een last.

Ik zou graag willen dat mensen zien wie ik echt ben, mijn innerlijk, passie en medeleven. Mijn openheid en oprechtheid. De man in de stoel in plaats van de stoel zelf. Ik ben immers Eelco met een handicap en geen handicap met Eelco.